De levensfase van het basisschoolkind volgt op de kleutertijd . Deze periode begint als een kind zes jaar wordt en duurt tot het twaalfde jaar. In deze fase gaan kinderen naar de basisschool. Hun wereld, die tot dan toe voornamelijk bestaat uit contact met ouders of verzorgers en naaste familie, breidt zich uit met nieuwe relaties, onder meer leeftijdgenoten en leerkrachten. Vriendschappen gaan een steeds grotere rol spelen.
In deze periode verloopt de ontwikkeling van lichamelijke, sociale, emotionele en verstandelijke vaardigheden snel. Kinderen ontwikkelen zelfwaardering en zelfvertrouwen op verschillende levensgebieden. Bijvoorbeeld binnen het gezin, bij vriendjes of vriendinnetjes, op school en bij sportieve activiteiten. De fase van het basisschoolkind is een periode waarin toenemende onafhankelijkheid ontstaat, net als verantwoordelijkheidsbesef.
De pubertijd is een periode in het leven waarin kinderen belangrijke lichamelijke en geestelijke ontwikkelingen doormaken. Door deze ontwikkelingen worden jongeren geslachtsrijp; ze worden volwassen. Deze ontwikkelingen kunnen niet alleen onzekerheid veroorzaken bij het kind zelf, maar ook bij de ouders. De leeftijd waarop de puberteit begint, verschilt per kind. Over het algemeen vindt de puberteit tussen het tiende en zestiende jaar plaats. De puberteit kan ook eerder beginnen.
Veel voorkomende vragen aan de pedagoog van JA! Opvoedadvies over het basisschoolkind: Mijn kind luistert niet naar mij, wat moet ik doen? Mijn kind is erg verdrietig sinds we uit elkaar zijn gegaan, hoe kan ik hier het beste op reageren? Mijn kind is heel angstig, hoe kan ik hier het beste mee om gaan?
Vragen over de puber: Mijn puber zit alleen maar achter zijn telefoon, hoe kan ik dit veranderen? Mijn puber wil de regels bepalen, hoe kan ik hier op reageren? Mijn puber vindt huiswerk maken heel moeilijk, hoe kan ik hem hierin begeleiden?