Taak en contact in balans
Op een regenachtige zondag loop ik langs de kamer van mijn dochter. Ik zie een enorme troep in haar kamer. Snel loop ik naar haar toe, kijk niet eens waar ze mee bezig is en zeg dat ze haar kamer moet gaan opruimen. Een half uur later is er nog niks gebeurd en begin ik lichtelijk geïrriteerd te raken. Met een verheven stem zeg ik haar dat ze NU haar kamer moet gaan opruimen.
Die maandag zit ik aan tafel met een vader, een moeder en hun dochtertje van 6 jaar. Moeder voelt zich nogal schuldig. Elke ochtend is er ruzie en hierdoor gaat haar dochter niet vrolijk meer naar school toe. Moeder wil dit gaan veranderen. Ik vraag door en het blijkt dat moeder alleen maar met haar taak als moeder bezig is: “even door eten”, “DOE je jas en schoenen aan”, “SCHIET OP”, “PAK JE fiets sleutel”. Om verbinding te krijgen met kinderen is het belangrijk dat taken en contact in balans zijn. Wanneer je te veel in de (opvoed) taken zit gaat je kind zich niet beter gedragen of sneller luisteren.
Het kan helpen als je bijvoorbeeld zegt aan het ontbijt: “oh wat fijn, gezellig samen ontbijten” of “jeetje wat moeten we toch altijd veel doen in de ochtend, hè?”. Dit zorgt voor positief contact en dan willen kinderen vaak veel meer doen dan je als ouders verwacht.
Als ik die avond thuis kom in een speelgoed-vrije kamer geef ik mijn dochter een knuffel en vertel haar hoe fijn thuiskomen dit voor mij is.